Gebruikershandleiding GPSMAP
®
500-serie 31
het AppArAAt confIgureren
Alarmen instellen
U kunt op het apparaat geluidsalarmen instellen voor als zich bepaalde
situaties voordoen. Standaard zijn alle alarmen uitgeschakeld.
Een alarm instellen:
1. Selecteer in het startscherm > Alarmen.
2. Selecteer een alarmcategorie (
Navigatie, Systeem, Sonar of
Weeralarmen).
3. Selecteer een alarm.
4. Selecteer
Aan om het alarm in te schakelen en gebruik
vervolgens de
tuimelknop om het alarm nader te speciceren.
Druk de
tuimelschakelaar
naar links of naar
rechts om van veld
te wisselen.
Druk de
tuimelschakelaar
naar boven of
naar beneden om
te verhogen of te
verlagen.
Navigatiealarmen instellen
Om een navigatiealarm in te stellen, selecteert u in het startscherm
Congureer > Alarmen > Navigatie.
Krabbend anker: hiermee stelt u een alarm in voor als de boot afdrijft
en daarbij een opgegeven afstand overschrijdt.
Aankomst: hiermee stelt u een alarm in voor als u zich binnen een
opgegeven afstand van een waypoint bevindt of binnen een opgegeven
tijdsduur een waypoint zult bereiken.
Buiten koers:
hiermee stelt u een alarm in voor als de boot van de
koers afwijkt en daarbij een opgegeven afstand overschrijdt.
Systeemalarmen instellen
Om een systeemalarm in te stellen, selecteert u in het startscherm
Congureer > Alarmen > Systeem.
Klok: hiermee stelt u een alarm in met behulp van de systeemklok.
Voor gebruik van het klokalarm moet het apparaat zijn ingeschakeld.
Accu: hiermee stelt u een alarm in voor als de accuspanning zakt tot
een opgegeven spanning.
GPS nauwkeurigheid:
hiermee stelt u een alarm in voor als de
nauwkeurigheid van de GPS niet langer aan de door u opgegeven
waarde voldoet.