7
Aansluiten van het toestel
Aansluiten van het
spanningsaansluitpunt
• Gebruik altijd de aanbevolen accu en aarddraad
(los verkrijgbaar). Verbind het accudraad direct
met de positieve pool (+) van de autoaccu en het
aardedraad met het chassis van de auto.
• De aanbevolen maten voor de draden (AWG:
American Wire Gauge) zijn als volgt. De
accudraad, de aarddraad en de optionele directe
aarddraad moeten allemaal dezelfde maat hebben.
Maat voor de accudraad en de aarddraad
Draadlengte
minder dan
1,2—2,1 m 2,1—3,0 m
1,2 m
Draadmaat 6 AWG 6 AWG 6 AWG
3,0—3,9 m 3,9—4,8 m 4,8—5,7 m 5,7—6,7 m
6 AWG 4 AWG 4 AWG 4 AWG
1. Trek het accudraad van het
motorgedeelte naar de cabine van
de auto.
• Sluit, nadat alle andere aansluitingen op de
versterker zijn gemaakt, het accusnoer-
aansluitpunt van de versterker aan op het
positieve aansluitpunt (+) van de accu.
2. Verwijder ongeveer 15–20 mm
isolatie van het uiteinde van de
accudraad en de aarddraad met een
tang, en draai de draadstrengen
ineen.
3. Sluit de draden aan.
• Voor u de draden met de aansluitingen gaat
verbinden, moet u het kapje verwijderen.
Doe het kapje weer terug nadat u de draden
heeft verbonden met de aansluitingen.
• Zet de draden stevig met de schroeven van de
aansluitingen vast.
WAARSCHUWING
Als de accudraad niet goed wordt bevestigd aan het
aansluitpunt met behulp van de schroef, kan het
aansluitpunt oververhit raken, hetgeen kan leiden tot
schade en letsel, met inbegrip van lichte
brandwonden.