Denon DN-C615 MP3 Player User Manual


 
61
NEDERLANDS
2 Een programma bewerken
Telkens wanneer de toets
6 of 7 !1 !2
wordt ingedrukt, verschijnen de
geprogrammeerde tracks in de
geprogrammeerde volgorde op het display.
Een deel van een programma verwijderen
q Gebruik de zoektoetsen (
6, 7) !1 !2 om
het bestand of de map te selecteren die u wilt
verwijderen. Na het selecteren van het
bestand of de map wordt de inhoud van het
programma getoond.
w Druk tweemaal op de 0/CLEAR-toets !3 om
het getoonde bestand of de getoonde map te
verwijderen.
Bestanden of mappen toevoegen aan
programma’s
q Gebruik de zoektoetsen (
6, 7) !1 !2 om
het bestand of de map te selecteren die u wilt
toevoegen.
w Volg de stappen onder Een map selecteren
“Een map selecteren” of Een bestand
selecteren “Een bestand selecteren” om een
bestand of een map te selecteren en deze toe
te voegen aan het programma.
Om het volledige programma te verwijderen,
drukt u op de PROG./DIRECT-toets !7 n de
stopstand.
Om de directe weergavefunctie te gebruiken,
drukt u eerst op de PROG./DIRECT-toets !7 in de
weergavestand om de programmeerstand te
annuleren.
OPMERKING:
• Programmeren is niet mogelijk in de weergave-
of de pauzestand.
2 Willekeurige weergave van alle tracks
Gebruik deze functie om alle tracks op de CD één
keer in willekeurige volgorde weer te geven.
1. Stel de weergavestand in op continue weergave.
(Voorkeuzefunctie)
2. Druk in de stopstand (de mapindicator
“FOLDER” gaat uit) op de willekeurige-
weergavetoets (RANDOM) !8.
De willekeurige-weergave-indicator “RAND”
licht op.
3. Druk op de PLAY-toets (
1) y.
De tracks worden automatisch in willekeurige
volgorde weergegeven.
Om de willekeurige weergave van alle tracks te
annuleren, drukt u nogmaals op de willekeurige-
weergavetoets (RANDOM) !8.
(3)
Weergave in willekeurige volgorde
OPMERKING:
De willekeurige weergave kan niet worden ingesteld
in de weergavestand of de programmastand.
2 Willekeurige weergave van 1 map
Gebruik deze functie om alle tracks in één map in
willekeurige volgorde weer te geven.
1. Stel de weergavestand in op enkelvoudige
weergave. (Voorkeuzefunctie)
2. Druk in de stopstand op de FOLDER-toets @2.
De mapindicator “FOLDER” licht op.
3. Druk op de toets 8 of 9 o!0 om de map
te selecteren die u in willekeurige volgorde wilt
weergeven.
De naam van de map rolt over het display.
4. Druk één keer op de willekeurige-weergavetoets
(RANDOM) !8.
De willekeurige-weergave- en mapindicators
“RAND” en “FOLDER” lichten op.
5. Druk op de PLAY-toets (
1) y.
Er wordt automatisch een track gekozen in de
geselecteerde map en de weergave wordt
gestart.
Zodra alle tracks in de map zijn weergegeven,
wordt de stopstand automatisch ingesteld.
Wanneer de TIME-toets @0 wordt ingedrukt
tijdens de weergave, worden het
tracknummer en de verstreken tijd van de
track getoond. (De mapindicator “FOLDER”
verdwijnt niet.)
Om de willekeurige weergave van 1 map te
annuleren, drukt u nogmaals op de willekeurige-
weergavetoets (RANDOM) !8.
2 Herhaalde weergave van alle tracks in 1 map
1. Stel de weergavestand in op enkelvoudige
weergave. (Voorkeuzefunctie)
2. Druk in de stopstand op de FOLDER-toets @2.
De mapindicator “FOLDER” licht op.
3. Druk op de toets 8 of 9 o!0 om de map
te selecteren die u wilt beluisteren.
De naam van de map rolt over het display.
4. Druk op de REPEAT-toets !9.
De “REPEAT 1”-indicators beginnen op het
display te branden en de herhaalmodus voor
één muziekstuk wordt ingesteld.
(4) Herhaalde weergave
2 Voorkiezen van programma’s
Programma’s kunnen worden opgeslagen in het
voorkeuzegeheugen. Wanneer u een CD plaatst
waarvoor een programma is voorgekozen, wordt
automatisch de geprogrammeerde-
weergavestand ingesteld.
U kunt programma’s opslaan voor maximaal drie
CD’s.
1. Volg de stappen onder “Programmeren” om een
programma in te voeren.
2. Volg de stappen onder “(2) Voorkeuzeprocedure”
om de voorkeuzestand in te stellen. (Zie bladzijde
64.)
3. Druk op de toets 8 of 9 o!0 om
02:Prg1” (of “03:Prg2” of
04:Prg3”) te selecteren.
4. Druk op de PLAY-toets (
1) y.
Het letterdisplay verandert als volgt:
[Voor wijziging] [Na wijziging]
Prg1 OFF Prg1 ON
Prg2 OFF Prg2 ON
Prg3 OFF Prg3 ON
5. Druk op de STOP-toets (
2) u.
De voorkeuzestand wordt geannuleerd en het
toestel keert terug naar de normale
weergavestand.
Om een CD met voorgekozen programma
weer te geven:
Load Plaats een CD waarvoor een programma
is voorgekozen.
6. Druk op de PLAY-toets (
1) y.
3. Druk op de PLAY-toets (
1) y.
Wanneer de TIME-toets @0 wordt ingedrukt
tijdens de weergave, verdwijnt de map- of
bestandsindicator “FOLDER” of “FILE” en
verschijnen het tracknummer en de verstreken
tijd van de track op het display.
Het display verandert als volgt telkens wanneer de
TITLE-toets @1 wordt ingedrukt tijdens de
weergave:
Naam van titel (titelindicator “TITLE”) licht op.)
Naam van bestand (bestandsindicator “FILE”) licht op.)
Naam van artiest (artiestindicator “ARTIST”) licht op.)
Naam van album (albumindicator “ALBUM”) licht op.)
Verstreken tijd van huidige track
Gebruik deze functie om bepaalde tracks van de CD
te selecteren en ze in een bepaalde volgorde te
programmeren.
Maximaal 99 bestanden en mappen kunnen worden
geprogrammeerd. (Programma’s kunnen zowel
bestanden als mappen bevatten.)
2 Programmeren
1. Druk in de stopstand op de PROG./DIRECT-toets
!7.
De programma-indicator “PROG” licht op.
2. [ Een map selecteren ]
q Druk op de FOLDER-toets @2 om de
mapindicator “FOLDER” te doen oplichten.
w Druk op de nummertoetsen !3 !4 om de map
te selecteren die u wilt programmeren.
Voorbeeld : Map “5” op de eerste plaats
programmeren
(2) Geprogrammeerde weergave
van mappen of bestanden
[ Een bestand selecteren ]
q Druk op de TITLE-toets @1 om de
bestandsindicator “FILE” te doen oplichten.
Deze bewerking is alleen nodig wanneer de
mapindicator “FOLDER” brandt.
w Druk op de nummertoetsen !3 !4 om het
bestand te selecteren dat u wilt
programmeren.
Voorbeeld : Track 21 op de tweede plaats
programmeren
3. Druk op de PLAY-toets (
1) y.
De tracks worden weergegeven in de
geprogrammeerde volgorde.
Wanneer de TIME-toets @0 wordt ingedrukt
tijdens de weergave, verdwijnt de map- of
bestandsindicator “FOLDER” of “FILE” en
worden het tracknummer en de verstreken
tijd van de track getoond.