6
NL
ALARM
Om het alarm in te stellen:
1. Houd
ingedrukt om in de instelmodus van het
alarm te komen.
2. Druk
/ om uren / minuten in te stellen.
3. Druk
om te bevestigen. geeft aan dat het
alarm AAN is.
Alarmen AAN / UIT zetten:
1. Druk op
om de alarmtijd weer te geven.
2. Druk op
om het alarm AAN / UIT te zetten.
Om het alarm uit te zetten:
• Druk SNOOZE / LIGHT om het alarm 8 minuten uit
te zetten
OF
• Druk een willekeurige knop om het alarm uit te
zetten, waarna het pas na 24 uur weer zal afgaan.
TEMPERATUUR
Om de temperatuureenheid in te stellen:
• Druk ºC / ºF.
Om te schakelen tussen gegevens van de binnen- /
buitensensor:
• Druk TEMP.
/ geeft binnen-en
buitentemperatuur aan.
Om automatisch te wisselen tussen weergave
binnen- / buitentemperatuur:
• Houd TEMP ingedrukt.
Druk op TEMP om de functie automatisch wisselen
uit te schakelen.
PROJECTIE
NB Gebruik een adapter voor continue projectie.
Om continue projectie te activeren / deactiveren
(wanneer een adapter is aangesloten):
• Schuif de PROJECTION schakelaar naar ON /
OFF.
Projectie is ook (korte tijd) mogelijk wanneer er geen
adapter is aangesloten. Als de batterij echter leeg
raakt, zal de projectiefunctie uitgeschakeld worden.
Om tijdelijk beeld te projecteren:
• Druk op SNOOZE / LIGHT.
Om het geprojecteerde beeld 180˚ om te klappen:
• Druk op SNOOZE / LIGHT.
Om de plaats van het geprojecteerde beeld bij te
stellen:
• Draai de projectiearm naar de gewenste positie.
NB Kijk niet rechtstreeks in de projector wanneer deze
aan staat.